De geschiedenis van de cacao,
van cacaobloem naar chocolade.

Geschiedenis

De geschiedenis, van cacaobloem naar chocolade.

Theobroma cacao is de botanische naam voor de cacaostruik. Linnaeus heeft de struik (tot wel 8 meter hoog) zo vernoemd in 1753. Het woord cacao werd gebruikt door de Maya's tussen 400 voor Christus en 100 na Christus. Taal historisch onderzoek daarentegen geeft aan dat het woord mogelijk al gebruikt werd in het jaar 1000 vóór Christus door de Olmecen. Met het ontstaan van de Olmec-beschaving in de preklassieke periode 1500 vóór Christus tot 300 ná Christus ontstond de eerste echte cultuur in de regio. De Olmecs vestigden zich aan de kust van Mexico.

theobromacaocao

De meest origine cacao komt uit het gebied tussen Peru en Brazilië en heeft zich van daaruit voortgeplant. De cacao komt oorspronkelijk uit het gebied dat zich uitstrekt van Mexico tot in het midden van Zuid-Amerika. Men vermoed dat het huidige Venezuela (zie kaartje) de tweede kraamkamer is waarin één soort cacaoboom zich ten volle ontpopte. Dat is in het stroomgebied (delta) van de Orinoco rivier. In dit gebied is het goed warm, vochtig, goede grond en heeft de juiste hoeveelheid zonlicht. Een ideaal gebied waarin de cacaostruik zich het lekkerst voelt.

 Venezuela

De ontdekking door Hernán Cortés.
In 1506 vertrok Cortez naar de Nieuwe Wereld, alwaar hij meevocht in de verovering van Hispaniola. In 1511 streed hij aan de zijde van Diego Velázquez tijdens de verovering van Cuba. Nadat Juan de Grijalva en Francisco Hernández de Córdoba waren teruggekeerd van reizen van Yucatán en de Mexicaanse golfkust met verhalen over een rijk en machtig land,  vroeg hij toestemming aan Velázquez om Mexico te ontdekken en te  veroveren. Velázquez ging akkoord, maar trok later zijn toestemming in. Cortés besloot toch zonder toestemming te vertrekken. Toen hij aan kwam (het huidige Mexico) ontmoette hij La Malinche, een Azteeks meisje, die zijn vriendin, assistente en tolk werd en hem vergezelde op zijn veroveringstocht door het Azteekse rijk. Hij stichtte Vera Cruz, om niet meer afhankelijk te hoeven zijn van Velázquez.

Cortez

Later trok Cortés het binnenland in. Hij stuitte in Tlaxcala op weerstand. Nadat hij het Tlaxcalteekse leger verslagen had, sloten de Tlaxcalteken, aartsvijanden van de Azteken, zich bij hem aan. Hij trok door naar Cholula een van de grootste steden in het Azteekse Rijk en een belangrijk religieus centrum. Toen hij daar hoorde van een complot om hem te vermoorden liet hij een slachtpartij onder de bevolking aanrichten. Op 8 november bereikte hij de hoofdstad Tenochtitlan. Hij werd verwelkomd door de hueyi tlahtoani (Kijzer)  Moctezuma II. Deze ontmoetting wordt door sommigen gezien als de "echte ontdekking van de Nieuwe Wereld" omdat toen twee hoogstaande beschavingen, die nog nooit eerder contact hadden gehad, elkaar voor het eerst ontmoetten.

Cacaopit als betaalmiddel

De bonen dienden ook als wettig betaalmiddel. De waarde van de cacao als betaalmiddel was groot: een konijn kostte toentertijd 10 cacaobonen en een slaaf was voor 100 bonen te koop. De Azteekse Keizer Moctezuma II inde belasting door een bepaalde hoeveelheid cacaobonen te innen. De grote hoeveelheden cacaobonen in de schatkamers van keizer Montezuma noemden de Spanjaarden "geldamandelen". Moctezuma dronk de hele dag door zijn belasting, tot wel 30 kruikjes op een dag.

cacaopit betaalmiddel

De Cacaodrank

Cacao dat voor drank werd gebruikt, bestond uit geroosterde fijngewreven cacaopitten. De cacaopit werd fijngewreven op een iets holle steen waaronder een vuur werd gestookt. Deze dikke cacaomassa werd gemengd met maismeelpap en verschillende soorten pepers. Deze dik vloeibare drank werd door de Azteken vooral gebruikt door de krijgers in het leger en personen met hoog aanzien.
De schenken van de drank was een kunst appart. Om te beoordelen of de drank goed was moest een schuimlaag na schenken ontstaan. Dit werd gedaan door vanaf stahoogte de drank in een kom te gieten. Een andere methode was door met een soort houten klopper (garde) waaraan een losse houten ring om de steel zat, deze met snelheid in een hoge kruik te kloppen. Het schuim ontstond o.a. door de vetdeeltjes die aan elkaar plakten. (denk hierbij aan onze slagroom) Rond 1660 gebruikten de Spanjaarden ook een klopper, een molinet genaamd.

Vele jaren (minstens 400 jaar voor en 1630 jaar (?) na Christus) werd er een drank van de cacaobonen bereid, totdat de vaste vorm werd ontwikkeld. Deze vaste tabletvorm ontstond omdat na warme verwerking omdat de cacaoboter weer hard werd. De precieze origine van het woord chocolade is onbekend. Mogelijk is het afkomstig van de zin chokola'j dat de Maya's gebruiken voor 'chocolade samen drinken', of van het Yucatec woord chocol haa, wat 'warme drank' betekent. Daarnaast wordt regelmatig de mogelijkheid genoemd dat het afkomstig is van het Nahautl woord chocolatl, er is alleen geen bewijs dat dit woord ook echt in de Nahautl taal bestond. Mogelijk is het woord ontstaan uit een combinatie van meerdere talen.
Benzoni, een Milanees in dienst van het Spaanse leger, gaf in 1565 een boek uit over Mexico, waarin hij een beschrijving geeft van de cacaodrank.
In 1615 werd de cacaodrank ingevoerd als drank bij officiële audiënties aan het Franse hof. Dat gebruik ontstond waarschijnlijk door het huwelijk van Anna van Oostenrijk uit Spanje met Lodewijk XIII (13e) uit Frankrijk.
Als bezuinigingsmaatregel werd het presenteren van cacao door de Zonnekoning later weer afgeschaft. Het gebruik van cacao-chocolade was in die dagen een kostbare geschiedenis. Pas tegen het einde van de 18e eeuw, begin 19e eeuw was de prijsdaling van dien aard, dat men over cacao als volksdrank kon spreken. In het midden van de 17e eeuw ontstonden ook in Nederland, naast de herbergen waar bier en wijn werd geschonken, de koffie- en chocoladehuizen. In 1660 zag men in Amsterdam uithanghorden met de aankondiging: "Hier schenckt men Seculatie ".

Cacaofabrieken in Nederland

De eerste fabriek waar men alleen chocolade maakte verrees in 1728 in Engeland en omstreeks 1760 volgden Frankrijk  en Duitsland, Zwitserland volgde pas in 1819.

In 1828 vroeg Coenraad Johannes van Houten een patent aan op een manier om vet van de cacaomassa te scheiden, hierdoor werd het mogelijk om cacaoboter en cacaopoeder te maken. Ook van zijn hand is het alkalisatieproces, dat de smaak en kleur behoudt tijdens het productieproces. Doordat men beschikking had over cacaoboter kon men de chocolade maken die we tot op de dag van vandaag nog kennen. Deze technieken kun je zien en beleven in Weesp, in het muzeum Weesp.

De gebouwen van de N.V. Zaanlandse Cacaofabriek vh T. Oly & Comp te Nijkerk, opgericht in 1907 zijn gelegen aan het water, waarover in vroeger tijd grondstoffen werden aangevoerd om de heerlijkste chocoladerepen, bonbons en boterhamkorrels van te maken.

De firma Lindt in Bern leverde in 1875 in Zwitserland de eerste melkchocolade reep op. Voor het eerst kon melk en cacaomassa samengevoegd worden. Dit ontstond omdat men bij Nestle melk condenseerde. Een deel van deze uitvinding was het werk van Daniel Peter.
Ondertussen zat Rodolphe Lindt niet stil en probeerde allerlei dingen uit. Zo ontstond bij toeval een machine die de cacaodeeltjes in een draaiende trommel zo fijn als stof maakte. Dit proces, het concheren genoemd wordt nog steeds gebruikt net zoals de cacaopers van Van Houten.

Onze scheepvaarders
De Nederlanders hebben als zeevaarders een zeer belangrijke rol in de cacaohandel gehad. Oorspronkelijk was Zeeland het gebied waar veel cacaofabrieken stonden en nog steeds is Amsterdam de belangrijkste wereldhaven voor cacao. Vanuit Amsterdam werd de cacao aan Duitsland en Oostenrijk geleverd. De Italianen brachten het naar Zwitserland.
Sinds de oprichting van de VOC (de Verenigde Oostindische Companie 1602 - 1798) ontstond een samenwerkingsverband in de handelsscheepvaart, een georganiseerde handel in o.a. cacao. In Suriname werden plantages met cacaobomen aangeplant. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 waren deze cacaoplantages niet lonend meer.
Amsterdam is nog steeds de belangrijkste wereldhaven voor cacao; jaarlijks wordt hier circa 500.000 ton cacaobonen overgeslagen.

Zaanstad
Halverwege de 19e eeuw verruilden de Zaankanters (omgeving het huidige Zaandam) hun molens, waarmee ze ondertussen ook cacao, mosterd, verf en papier mee verwerkten, langzaamaan door stoommachines. In het gebied ontstonden grote multinationals zoals Verkade, Ahold, Bruynzeel, Honig en Duyvis en tot de dag van vandaag zijn deze bedrijven in de gemeente Zaanstad te vinden. In Zaanstreek ontstonden al die fabrieken omdat ze zo dicht bij de Amsterdamse haven lagen en er veel waterwegen waren voor vervoer. Lees hier veel meer over de Zaanse fabrikanten van cacao en chocolade.

De chocoladereep
De Engelse fabrikant Fry staat te boek als de eerste die de eerste chocoladereep geproduceerd heeft. Fry mengde cacaopoeder samen met cacaoboter en suiker, dit resulteerde in de eerste chocoladereep in 1847, die verkocht werd onder de naam 'chocolat delicieux a manger'. De Cadbury Brothers verkochten een vergelijkbaar product twee jaar later.

De eerste Nederlandse verpakte chocoladereep werd in 1891 op de markt gebracht door de befaamde Kwatta-fabriek in Breda. De naam die er aan gegeven werd was Manoeuvre Chocolaad, zo genoemd naar het garnizoen dat toentertijd in Breda was gelegerd. De naam Kwatta had de eigenaar van de in 1883 opgerichte chocoladefabriek, J.G. van Embden, ontleend aan de naam van een cacaoplantage in Suriname waar hij mede-eigenaar van was. Deze cacaoplantage was op haar beurt vernoemd naar het Surinaamse slingeraapje kwatta, ook wel bosduivel geheten. Het succes van de Kwattareep was zo overweldigend, dat al spoedig andere fabrikanten het product gingen namaken. Met de mobilisatie in 1914 verscheen links in een rondje op de roze wikkel een soldaat op wacht en rechts een matroosje aan een stuurwiel. Het matroosje is ondertussen veelal vergeten, maar het soldaatje leeft vandaag de dag bij het oudere deel van de bevolking nog voort in de herinnering. Zeer waarschijnlijk heeft dit alles te maken met het voor die tijd unieke spaarzegel-systeem: 10 uitgeknipte soldaatjes waren goed voor een gratis reep en 100 voor een huishoudschaar. Op haar hoogtepunt was de populariteit van Kwatta zo groot, dat het woord Kwatta synoniem stond voor reep. In 1972 werd Kwatta overgenomen door de Belgische firma Continental Foods en sedertdien is het soldaatje uitgemarcheerd.

Bensdorp is een cacao- en chocoladefabriek die in 1840 te Amsterdam werd opgericht. In 1866 werd in Bussum een tweede fabriek gebouwd. In 1926 werd de Amsterdamse fabriek gesloten en ging de productie geheel over naar Bussum. Later zijn er nog filialen in Oostenrijk (Wenen) en Duitsland (Kleef) geopend.
In 1962 werd Blooker, een cacao- en chocoladefabriek uit Amsterdam overgenomen. Deze Amsterdamse fabriek werd na overname direct gesloten, en ook hiervan werd de productie overgeheveld naar Bussum. Bensdorp verloor zijn zelfstandigheid in 1972. 
Na een overname door Unilever kwam Bensdorp in 1984 uiteindelijk in Zwitsers/Belgische (Barry Callebaut) handen. Na de laatste overname is de productie in Nederland beëindigd en is de fabriek aan de Bussumse Herenstraat in 2005 gesloten. De oude fabriek zal niet worden afgebroken maar wordt zodanig gerenoveerd zodat er gewoond en gewerkt kan worden.

Droste
De naam Droste komt van de banket- en koekbakker Gerardus Johannes Droste uit Haarlem. Vanaf 1863 verkoopt hij in zijn winkel onder andere chocoladepastilles (ronde, platte chocolades die hij Pastilles Droste noemt). In 1890 opent hij in Haarlem een fabriek.

Blooker
Dit is de naam van een voormalige cacaofabriek die in 1824 in Amsterdam werd opgericht en tot 1962 heeft bestaan. In de molen De Vriendschap aan het Oetgenspad 133 waar vroeger verf en tabak mee werd gemalen begon Jurriaan Blooker in 1798 zijn fabriek. Na zijn dood begonnen zijn zoons Johannes en Cornelis in 1813 hun cacaofabriek. Na enkele uitbreidingen en een grote brand verhuisde de 'Stoom-Chocolaadfabriek' in 1886 naar een nieuwe locatie in Amsterdam, aan de Weesperzijde en de Omval, waar nu de Rembrandttoren staat.
Halfelf Blookertijd was in die jaren de gebruikte slogan waarmee de cacao- en chocoladefabrikant Blooker lange tijd adverteerde. Hoogstwaarschijnlijk komt deze spreuk uit Frankrijk waar men na het middageten op zondag "Bon Ton" had, vrij vertaald "het moment op de dag om cacao te drinken". 

Het bedrijf werd door gebrek aan opvolgers in 1962 gesloten en overgenomen door de van oorsprong Amsterdamse en later Bussumse cacaofabriek Bensdorp. Ook deze cacaofabrikant heeft door de concurrentie uit het buitenland zijn zelfstandigheid niet kunnen behouden en is uiteindelijk in Zwitserse (Belgische) handen gekomen.

Korff Chocolade
Korff begon in 1811 een winkel met een chocoladefabriek in de Amsterdamse Leidsekruisstraat. Later verplaatste hij zijn werkzaamheden naar het Amstelveld, waar hij zijn fabriek De Bijenkorf noemde. In 1871 maakte hij gebruik van oorspronkelijke mosterdmolen De Zeeuw aan de Spaarndammerdijk. In deze molen werd al vanaf 1790, door onder andere Mooseker en van Cleef cacao gemalen en chocolade gemaakt. De Cacao- en chocoladefabriek maakte vooral halffabrikaten. Korff was de fabrikant van de chocoladedrank Fosco.
Later is het bedrijf verhuisd naar de Mr. Treublaan. Hier werd in de kleinste polder van Nederland (5500 vierkante meter) de nieuwe vestiging gebouwd. Korff heeft net zoals vele andere Nederlandse Cacao- en chocoladefabrieken zijn zelfstandigheid niet kunnen behouden en is uiteindelijk in Amerikaanse handen gekomen. In 1981 werd de fabriek gesloopt.

Verkade
Verkade is een Nederlandse merknaam van kruideniersartikelen als beschuit, chocolade en koek. De fabrieken van Verkade zijn vanouds gevestigd in Zaandam en zijn belangrijk in de ontwikkeling van de voedingsindustrie van de Zaanstreek.
De Verkade-fabriek werd in 1886 gesticht door Ericus Gerhardus Verkade. In de fabrieksmatige productie van brood en beschuit was het bedrijf toonaangevend. De Zaanstreek had al een oude traditie in het vervaardigen van scheepsbeschuit, maar de massaproductie van verpakte beschuit was nieuw. In de fabrieken werden grote aantallen meisjes ingeschakeld, waarvan de meesten per trein uit Amsterdam werden aangevoerd.
In het tweede decennium van de vorige eeuw werd de productie van brood verminderd (en in 1920 gestaakt) en van koekjes opgevoerd. In 1937 zette Verkade een nieuwe, hypermoderne fabriek neer voor de productie van chocolade.

Pette was een chocoladefabriek te Wormerveer, opgericht door de familie Pette in 1872 als Chocoladefabriek J. Pette Hzn. In 1899 bouwde men de eerste stenen fabriek waar in 1901 een suikerwerkfabriek bij kwam. In 1903 werden de chocolade- en de suikerwerkfabriek gescheiden en werd de bedrijfsvorm in een N.V. omgezet. In 1907 werd een nieuwe chocoladefabriek aan de Marktstraat te Wormerveer gebouwd. In 1912 trad de familie Kaars Sijpesteijn aan. In 1916 werd de zogeheten cacaotoren en in 1919 de chocoladefabriek gebouwd.De architect was Mart J. Stam. Dezelfde architect ontwierp ook de gebouwen voor Rijstpellerij "Mercurius" te Wormer. De gebouwen van Pette behoorden tot de eerste die met een betonconstructie waren gebouwd.

Het bedrijf heeft hierop een nog grote bloeiperiode gekend tot de jaren dertig. Er werkten op het hoogtepunt 400 mensen. In 1937 viel, ten gevolge van toegenomen concurrentie en de gevolgen van de economische crisis, het doek voor Pette en werd het bedrijf overgenomen door de firma Boon.

Deze cacaofabriek stond bekend als W.J. Boon & Comp., later ook Koninklijke Fabriek Boon N.V. en Promena Boon. De fabriek produceerde onder andere de Koetjesreep. Ook Dick Laan werkte hier. In 1933 woedde er op het complex een felle brand, waarbij de gebouwen De Ruyter, Promena en Bahia werden verwoest.

Pette-Boon
Ook dit bedrijf kon de glorietijden niet meer doen herleven. Omstreeks de jaren 70 van de 20e eeuw werd het overgenomen door de zoetwarenfabrikant Klene-Goedhart die er drop en chocolade produceerde. Begin jaren 80 van de 20e eeuw kwam het leeg te staan. In 1994 werd het complex aan een projectontwikkelaar verkocht die het geheel wilde slopen. Wegens de monumentale status werd een sloopvergunning echter geweigerd. In 2000 werd het geheel overgenomen door een woningcorporatie en in 2001 tot Rijksmonument verklaard. Vanaf 2002 werden de meeste gebouwen gesloopt, maar de twee monumentale gebouwen, cacaotoren en productiehal, werden gerestaureerd en er kwamen deels kantoren en deels appartementen in. Op het vrijgekomen terrein kwamen woningen en winkels.

de Jong, cacao- en chocoladefabriek te Wormerveer.

Firma Hendrik de Jong (1790-1822), cacao- en chocoladefabriek, en oorspronkelijk blauwsel- en schelpzandfabriek, te Wormerveer; opgericht in 1809 en verdwenen in 1961. Grondlegger van het bedrijf was Hendrik de Jong uit Schermerhorn, die te Wormerveer al vanaf 1790 een handel dreef in kaneel, blauwsel en chemicaliën. In 1809 kocht hij schelpzandmolen De Zaanstroom te Wormerveer, en ging hij zelf blauwsel en potas malen. Het dankte zijn naam aan een molen, waarin sinds 1767 cement en schelpzand was geproduceerd. Toen Hendrik de Jong in 1822 overleed werd het bedrijf onder de naam firma de Erve H. de Jong (1822-1830) voortgezet door zijn weduwe Trijntje de Jong-Schoute en haar broer Dirk Schoute. Vanaf 1829 ging Dirk Schoute alleen door onder de firmanaam de Erve de Wed. Hendrik de Jong (1830-1870). Toen Schoute in 1861 overleed werd het bedrijf voortgezet door diens zonen en een zwager als firma de Erve H. de Jong (1886-1891). Zie HIER meer. 

Zie HIER ook de chocolade industrie in de Zaanstreek.

De Nijmeegse cacao-, chocolade- en suikerwerkfabriek N.V. "Atranta". en De Van Dungen fabriek aan de Groenestraat in Nijmegen Typ in de zoekbalk "chocolade"

Driessen Cacao en Chocolaadfabriek
A. Driessen is een Nederlandse merknaam van chocolade. De fabriek van A. Driessen was sedert 1820 gevestigd in Rotterdam.

De grondstof cacao kwam uit de toenmalige kolonie Suriname. In 1854 werd de Driessen Cacao en Chocolaadfabriek in de Rotterdamse wijk Rubroek in gebruik genomen. Later werd het bedrijf verplaatst naar de Rechter Rottekade aldaar.

In 1871 kreeg het bedrijf het predicaat hofleverancier. In 1893 werd de fabriek uitgebreid en tegen het einde van de eeuw was Driessen een van de belangrijkste chocoladebedrijven in Nederland. Na het uitbreken van een crisis op de cacaomarkt in 1907 stegen de grondstofprijzen fors. Het was echter de beurskrach van 1929 en de daaropvolgende Grote Depressie die de fabriek de das omdeed. In 1935 werd Driessen overgenomen door de Bredase chocoladefabriek Kwatta. Het bedrijf wordt stilgelegd en de productie overgebracht naar de in 1921 geopende productiefaciliteit in Princenhage. Na meer dan een eeuw kwam er een einde aan het eens zo fameuze bedrijf.

Chocoladefabriekken van vandaag.
Tegenwoordig zijn er moderne fabrieken waar men cacaoproducten maakt. Dat varieert van cacaovet tot cacaopoeder, cacaofantasie en echte chocolade. Hieronder zie je een paar grote fabrieken in Nederland en België.

Callebaut

Cargill Cacao en Chocolade (Cocoa & Chocolate)

Nestlé

Mars Chocolate 

Lindt

chocolate-king

Via Google Maps:  HIER 

Kleine Bean to Bar chocolade makers in Nederland:

Chocolademakers Amsterdam
Mesjokke Utrecht
Xocolito Nijmegen
Krak Chocolade

Apparatuur om zelf chocolade te maken: Nimisto

 

Achtergrondinformatie:

Over de hele wereld zijn er instituten en organisaties bezig met cacaoteelt. Zo is Solidaridad, een Nederlandse organisatie daarmee actief.

------------------------------------------------------------------------------------------------

Bron: eigen bibliotheek en:
http://www.food-info.net/
http://nl.wikipedia.org/
https://www.zaanwiki.nl/encyclopedie/doku.php?id=jong6